Portfolio

Opdracht 1 - Landmarks
A landmark is an object or feature of a landscape that is easily seen and regognized from a distance. 

Stonehenge

A) Watch the video and answer the questions.

https://www.youtube.com/watch?v=wf7xwHFuH2o

1) Is Stonehenge younger or older than the pyramids of Giza?

2) Why is it difficult for archaeologists to piece together the purpose of Stonehenge?

3) What age does the monument Stonehenge have?
4) What purpose did Stonehenge have for prehistoric men? 
5) How many metres are the big stones (Sarcen)?

6) How many kilos do the smaller stones (Blue stones) weigh each?

7) In what way do archaeologists think these stones have been brought into place? Name two.

8) At what time during the year Stonehenge is most frequently visited

B) Imagine ...

You are a reporter and you travel back in time with a time machine. You are visiting Stonehenge when it was just built. Write a report about your findings. Include the following items:

1) Why was Stonehenge built? Use your imagination. 

2) What is/are the purpose(s) of Stonehenge according to your findings there?

3) Describe the atmosphere that you encounter and the people that live there.

4) Make up another item.

Write your report in 150 words.

Statue of Liberty

C) Watch the video about the "Statue of Liberty" and answer the questions. 

https://www.youtube.com/watch?v=usHRc7G0gVo

1. Where is the statue of liberty located?
2. Who gave the statue as a gift to the United states?
3. Who saw her first, when arriving in America?
4. What does her crown symbolise?
5. What does her book in her arm say?
6. From what material is the skin of the statue made?
7. What does the statue represent?

Write a blog about freedom
D) What does freedom mean to you? 

Verwerk onderstaande punten in jouw blog: 
Titel
1e paragraaf / introductie
Stel het onderwerp voor 
2e paragraaf / kern
Hier gaat het over
Wat betekent vrijheid voor jou? 
Wat zijn de voordelen van vrijheid. 
Wat zijn de nadelen van vrijheid (of nog meer voordelen). 
Geef jouw mening(en) over vrijheid. 

3e paragraaf / evaluatie / conclusie
Verzorg een afsluiting
Write your report in 150 words

Mount Rushmore

E) Watch the video and answer the questions.

https://www.youtube.com/watch?v=3lXnfitSoYw

1. Who was George Washington?
2. Was he the first, second or third president of the Unites States?

3. Describe two jobs that George had before he became President.

4. Why did America want to become independent from England?

5. Describe an important task George has fulfilled as President of the United States of America.

F) Watch the video and answer the questions.

https://www.youtube.com/watch?v=fApIefqUvSo

1. Where is Mount Rushmore located?

2. Write down the four names of the presidents that are sculpted in the mountain.

3. With what purpose were the colossal presidents made?

4. In what year did the sculpting begin?

5. Why are there only heads and no bodies.

6. Whose face was finished first?

G) Assignment, having a discussion.

In many cultures statues have been produced from prehistory to the present; the oldest known statue dating to about 30,000 years ago. Statues can represent different people and animals, real and mythical. Many statues are placed in public places as public art.

Answer these questions and write them down on a separate notebook or on a piece of paper. Then, compare your answers with the answers of a classmate to start a discussion.

1. If you could choose from whom a statue should be made, who or what would you choose?

2. Describe the person or animal. Is it real or mythical? What features does he/she/it have? And what is admirable about him/her?

3. Describe where the statue should be located. Explain your choice for this location.

4. What do you hope or suggest that the statue might aspire to?

5. Try to convince your classmate about why the statue of your choice is the leading option. Who can describe credible benefits? Whose statue is the most inspiring?

Opdracht 2 - The application letter 

Zoek op het internet naar een vacature die jij interessant vindt en schrijf een (oefen) sollicitatiebrief in het Engels. Maak een formele brief waarin je jezelf voorstelt en jouw motivatie beschrijft. Je kunt dezelfde opbouw als bij een Nederlandse sollicitatiebrief gebruiken. Begin jouw brief met Dear en de naam van de ontvanger. Eindig de brief met Yours sincerely en jouw eigen naam. Bij zakelijk Engels schrijf je alles voluit en gebruik je geen vervoegingen. Voorbeelden: I'm = I am, don't = do not, can't = cannot, we're going to = we are going to, He's never = He has never, I'd be = I would be, enzovoort. 

Denk aan de volgende punten:
1. Het adres van het bedrijf en jouw eigen adres. 
2. De datum van vandaag en jouw plaatsnaam.
3. Voeg een betreft aan jouw brief toe (subject).  
4. Beschrijf wat jou zo aanspreekt in het bedrijf.  
5. Verzin zelf twee punten die je kunt toevoegen. 
(Denk bijvoorbeeld aan eerdere werkervaring.)

Aandachtspunten: 
a. Heb je correct Engels gebruikt? 
b. Hoe heb je de vorm en de alinea’s gemaakt?
c. Probeer minimaal 150 woorden voor het verhaal te gebruiken.

Opdracht 3 - A holiday in Holland

Een gezin met kinderen uit Amerika komen voor de vakantie naar Nederland. Ze zijn enthousiast want ze willen Nederland graag leren kennen. Jij gaat hen advies geven over wat ze niet mogen missen tijdens hun vakantie. Je maakt een map met daarin de volgende onderwerpen:

1. Drie aantrekkingspunten. Benoem drie verschillende punten die aantrekkelijk zijn in Nederland waar ze naar toe kunnen gaan. Dit kan een museum zijn, een pretpark, een natuurgebied, een stad, een bepaald restaurant of een sportieve activiteit. Geef een duidelijke beschrijving van wat ze kunnen doen en wat ze kunnen verwachten. Beschrijf waar ze alles kunnen vinden. Lever de adresgegevens aan en denk ook aan de prijzen. 

2. De geschiedenis. Beschrijf een stukje geschiedenis zodat de Amerikanen een beter begrip krijgen van bepaalde achtergronden. Je kunt ervoor kiezen om een stukje geschiedenis te beschrijven van de aantrekkingspunten die je hebt genoemd. Denk bijvoorbeeld aan de geschiedenis van het museum dat je aanraadt, of een gebouw dat bekend is in Nederland, of van een natuurgebied, gemeente of stad. Je kunt ook jouw map beginnen met een stukje geschiedenis van Nederland in het algemeen. Je mag zelf bepalen welke geschiedenis jij interessant vindt om te beschrijven. 

3. Typisch Nederlands. Beschrijf drie zaken die volgens jou typisch Nederlands zijn. Dit kan een bepaald feest zijn, zoals koningsdag, Sinterklaas of carnaval. Je kunt aan bepaalde gerechten denken zoals stamppot, poffertjes, of hete bliksem, met de recepten erbij. Je kunt ook aan multiculturele zaken denken zoals de verschillende geloven in Nederland die naast elkaar bestaan en hoe dat gaat. Je kunt verder denken aan Oudhollandse spellen die in andere landen niet gespeeld worden, zoals knikkeren en koekhappen. Je mag zelf bedenken waar je de Amerikanen op attent wilt maken zodat ze Nederland leren kennen. 

Voeg foto's of tekeningen toe en lever de map in.
a. Ziet de map er netjes uit?
b. Is er correct Engels gebruikt? 
c. Zouden de Amerikanen een leuke vakantie hebben en Nederland leren kennen? 
d. Staan alle gevraagde onderwerpen in de map? 

Opdracht 4 - American holidays

4th of July 

A) Watch the video and answer the questions.

https://www.youtube.com/watch?v=l0scSuHDlF4

The 4th of July is a summer holiday in America.

1. With what festivities is the holiday celebrated? 
2. What did the American colonies rebel against back in 1775?
3. How many American colonies existed then?
4. About what did the Continental Congress write a document?
5. When was the document (Declaration of independence) adopted?
6. State three things which are declared by this document.
7. Why is the 4th of July called the "birthday" of the USA?

Opdracht 5 - The professional

Stel jezelf voor dat je ergens werkt (bepaal zelf waar) en je wilt met de zaak een groter, internationaal publiek aantrekken zodat de zaak kan groeien. Tot nu toe hebben jij en jouw collega’s alleen producten en/of of diensten in het Nederlands aangeboden, maar nu willen jullie dit ook in het Engels gaan doen. Jullie hopen een grotere clientèle te bereiken. Aan jou wordt de opdracht toevertrouwd om een map te maken met daarin de volgende onderwerpen:

1) Beschrijving van de zaak. Stel de zaak voor, wat is de naam van de zaak? Bedenk zelf een zaak waar jij zou kunnen of willen werken. Dit kan een winkel zijn, een restaurant, een beauty salon, een sportschool, een reisbureau, een praktijk voor fysiotherapie, enzovoort. Je kunt de naam voor de zaak zelf verzinnen. Doe onderzoek bij bestaande zaken om inspiratie op te doen. Google op internet of ga langs bij zaken. Beschrijf vervolgens jouw producten en / of diensten. Benoem de voordelen, zoals waarom bepaalde producten een must-have zijn of waarom mensen voor speciale gelegenheden, zoals bruiloften, naar jouw kapperszaak moeten komen: “Because we know how to do the best bridal hairstyles”. Beschrijf de aantrekkingspunten.

2) Menukaart. Voeg aan jouw map een "menukaart" van de zaak toe met daarin de producten en / of diensten op een rijtje met de prijzen. Jouw menukaart moet ongeveer vijf tot tien items bevatten. Ga op onderzoek uit om vergelijkingen te kunnen treffen en realistische prijzen neer te kunnen zetten. Verzorg er mooie foto’s of tekeningen bij. Als je voor een reisbureau kiest, maak je een menukaart met reizen, zoals: "Driedaagse stedentrip naar Rome, vanaf €150,- p.p. Bezoek het beroemde Colosseum, de Trevifontein en de Spaanse trappen", enzovoort. Als je voor een kapperszaak kiest, vermeld je bijvoorbeeld: "Wassen, knippen en model föhnen €27,50.

3) Vijf vragen en antwoorden. Wees voorbereid om in het Engels antwoord te kunnen geven als klanten met vragen en / of problemen naar je toekomen. Beschrijf in het Engels vijf vragen / problemen die je in jouw zaak tegen kunt komen en de antwoorden / oplossingen die jij in professioneel Engels kunt bieden. Denk bijvoorbeeld aan wat te doen bij een droge huid, of aan het geven van advies over nagellak, reizen, fysiotherapie oefeningen, voedingssupplementen, enzovoort. Een voorbeeld van een vraag als je voor een kapsalon kiest, zou kunnen zijn: "I have dandruff, what shampoo can I use best for my hair?" Als je voor een sportwinkel kiest, zou een vraag kunnen zijn: “My ten-year-old daughter needs new tennis shoes. What shoes can you recommend?” Als je voor een reisbureau kiest: "We are looking for an all-inclusive resort in Greece, do you have suggestions for us?" Een restaurant: "My pizza has turned cold, is it possible to reheat it?" Een fysiotherapie praktijk: "My knees often hurt, are there any exercises that could help me?" Let bij jouw antwoorden op de beleefdheidsvormen in het Engels.

4) Lever jouw map bij jouw docent in. Let op de volgende aandachtspunten:

a) Ziet de map er netjes uit? Is er aandacht besteed aan de verzorging? Zouden klanten zich aangetrokken kunnen voelen?

b) Is er correct en professioneel / zakelijk Engels gebruikt in de map?

c) Staan er realistische aanbiedingen met prijzen in de menukaart?

d) Staan alle gevraagde onderwerpen in de map (beschrijving van de zaak / de menukaart / vijf vragen en antwoorden met klanten).

Opdracht 6 - Conversations at the office

Deel A)  
1. Beschrijf in het Engels vijf verschillende problemen en/of vragen waarmee je geconfronteerd kunt worden op jouw werkplek. 

2. Beschrijf voor elk probleem of elke vraag afzonderlijk jouw persoonlijke aanpak. Welke oplossingen kun jij aanbieden? 
3. Welke route bewandel je als je geen passend antwoord hebt? Naar welke mensen of instanties kun je verwijzen? 
4. Leg een woordenlijst aan met nieuwe Engelse vocabulaire m.b.t. jouw vakgebied.


Deel B)
1. Bespreek met een klasgenoot de vijf problemen en/of vragen met oplossingen die je voorbereid hebt.
2. Bereid rollenspellen voor waarbij je de problemen/vragen en de oplossingen in het Engels naspeelt. 
3. Zorg dat ieder evenveel aanbod komt. De rollen worden afgewisseld.
4. Blijf jouw woordenlijst aanvullen met nieuwe woorden en termen. 

Aandachtspunten: 
a. Worden er voldoende vragen gesteld om de problemen duidelijk in kaart te krijgen? 
b. Worden er mogelijke oplossingen of verwijzingen aangedragen? 
c. Wordt er correct en goed verstaanbaar Engels gebruikt?
d. Is er een woordenlijst gemaakt? Let ook op de spelling.
De woordenlijsten worden later ingeleverd om een quiz van te maken.